Heeft u weleens Kolonisten van Catan gespeeld? Misschien zelfs Age of Empires of Starcraft II voor de gamers onder u?
Ik heb zelf genoeg gegamed om te weten dat de speler met de meeste grondstoffen uiteindelijk bijna altijd wint. Zonder grondstoffen kan je economie niet groeien, kun je geen defensie opbouwen en word je voorbijgestreefd door tegenstanders. En grondstoffen zijn schaars. Daardoor ontstaat moordende concurrentie.
Hout, graan en steen heeft Europa nog wel. Maar de concurrentiestrijd van vandaag de dag en de toekomst gaat over kritieke grondstoffen. Deze metalen en mineralen worden kritiek genoemd, omdat ze onvervangbaar zijn voor de productie van allerlei moderne technologie. Van zonnepanelen, elektrische auto’s tot de microchips die op hun beurt in alle high-tech zitten.
Wat olie was voor de 20ste eeuw, dat zijn kritieke grondstoffen voor de 21ste eeuw. Zonder deze grondstoffen komen de moderne economie en maatschappij tot stilstand. En ze zijn onmisbaar als bouwstenen voor de toekomst. Maar nu Europa ze meer dan ooit nodig heeft, is het afhankelijk van andere landen, met name China.
Het gevaar van deze afhankelijkheid wordt steeds duidelijker. Nadat China in april de export van enkele aardmetalen had beperkt, moesten enkele Europese producenten afgelopen weken de productie stilleggen.
De belangen voor Europa’s economie en toekomst kunnen niet groter zijn. Lukt het Europa om deze cruciale grondstoffen veilig te stellen?
Geen toekomst voor Europa zonder grondstoffen
Europa is voor alle grote uitdagingen afhankelijk van kritieke grondstoffen. Ze zijn cruciaal voor duurzame technologie en Europa’s groene transitie, de digitale transitie zoals voor microchips, datacenters en AI, en de defensie-industrie. In deze en andere sectoren zoals energie en infrastructuur wil Europa sowieso al minder afhankelijk worden van andere landen, met name China en de VS.
Maar de concurrentie voor deze grondstoffen is moordend en de wereldwijde vraag explodeert. Het Internationaal Energie Agentschap verwacht dat tegen 2030 de vraag verdrievoudigd is. Voor specifieke mineralen zal de vraag nog harder groeien. Zo verwacht de EU dat alleen in de EU de vraag naar ‘zeldzame aarden’ tegen 2030 zal verzesvoudigen, en de vraag naar lithium twaalf keer zo groot zal zijn.

Een tweede reden waarom deze grondstoffen kritiek heten, zijn de grote risico’s wanneer de aanvoer stopt. Voor veel grondstoffen is de wereld afhankelijk van drie landen of slechts één aanbieder. Zo haalt de EU 100% van zeldzame zware aarden uit China, 97% van de import van lithium en magnesium uit China, 99% van zijn borium uit Turkije en 71% van platinum uit Zuid-Afrika.
In de tang van China - alweer
Veruit het meest afhankelijk is Europa van China. Mocht u denken, daar komt ‘ie weer met zijn China: het speelt een rol in zowat alle belangrijke uitdagingen waar Europa mee worstelt, én het gaat een stuk strategischer te werk dan wij. Zo heeft China de afgelopen decennia door investeringen een ongeëvenaarde toeleveringsketen opgebouwd, terwijl die in andere landen zoals de VS juist verdween.
Van de meeste kritieke grondstoffen zit er wereldwijd genoeg in de aardkorst. Maar er zijn te weinig in omloop. Eerst moeten ze uit de grond worden gehaald, vaak in mijnen. Vervolgens worden de grondstoffen gescheiden om de gewenste materialen eruit te halen (raffinage). Bij de veredeling worden de geraffineerde grondstoffen in bruikbare vormen omgezet. Tot slot worden deze halffabricaten verwerkt in technologieën zoals batterijen, windturbines of telefoons.
China speelt in elke fase van dit proces een leidende rol. Met deze expertise is het onmisbaar voor andere landen. Zo raffineert het 99% van de kobalt uit Congo, net als 94% van de lithium in Australië. In 2023 nam China ongeveer 60% van de wereldwijde productie van kritieke grondstoffen voor zijn rekening, en zelfs 85% van het verwerkingsproces.
En door de combinatie met staatssubsidies en dumping op de internationale markt, heeft China ook voor veel van de eindproducten een quasi-monopolie. In 2023 kwam 98% van de Europese import van zonnepanelen uit China, net als 87% van de geïmporteerde batterijen voor elektrische voertuigen.
Afhankelijkheid maakt kwetsbaar
Deze afhankelijkheid maakt Europa kwetsbaar voor exportbeperkingen of andere verstoringen. Ik noem uit de losse pols een pandemie of handelsoorlog bijvoorbeeld. Landen zoals China kunnen afhankelijkheden tegen ons gebruiken en doen dat al.
Als vergeldingsactie tegen Trumps invoerheffingen heeft China in april de export van zeldzame aardmetalen en de magneten die ervan gemaakt worden beperkt. Ze kunnen pas worden getransporteerd als bedrijven een vergunning hebben. Maar door de vele aanvragen hebben veel Europese bedrijven die niet, of aanvragen worden geweigerd. Dit leidt tot tekorten omdat China meer dan 90% van het wereldwijde aanbod van deze aarden produceert en verwerkt. Een Europese diplomaat noemde het daarom het “ergste voorbeeld van Chinese economische dwang ooit”.
Vanwege deze tekorten waarschuwde de Europese Kamer van Koophandel in China dat de Europese productie van bepaalde goederen binnen enkele weken tot stilstand kan komen. Gisteren berichtte Handelsblatt over problemen in Duitse sectoren zoals de defensie-industrie. De Europese Vereniging van Autotoeleveranciers meldt dat meerdere leveranciers van elektromotoren hun productie moesten stilleggen. De voorraden van aardmetalen die bedrijven hadden, raken na geen twee maanden op.
Zo dreigt Europa zijn afhankelijkheid van Russische energie in te ruilen voor Chinese mineralen. Hier waarschuwde Eurocommissaris Stéphane Séjourné recent voor: “Chinese lithium zal niet het Russisch gas van de toekomst worden”. Dat klopt, dat is het nu al.
En door deze afhankelijkheid dreigt Europa in een vicieuze cirkel te belanden. Grondstoffen en energie zijn nodig voor de industrie. Als Europese bedrijven niet over grondstoffen beschikken, worden ze weggevaagd door concurrenten uit landen die ze wel hebben. Een sterke (defensie-)industrie is dan weer noodzakelijk om het militaire complex draaiend te houden, en militaire macht is nodig om grondstoffen te beschermen terwijl deze over de wereldzeeën worden verscheept.
Grondstoffen ⮕ economie ⮕ leger ⮕ grondstoffen. Wie geen grondstoffen heeft, verliest uiteindelijk. De Catanspelers kunnen het beamen.
Wereldwijde wedloop met China en de VS
China loopt in de wereldwijde concurrentiestrijd dus ver vooruit. Het mijnt en verwerkt niet alleen veel grondstoffen in eigen land, maar heeft door deals met andere landen ook exclusieve toegang tot mijnen buiten China. Hiervoor heeft het minstens 50 miljard euro geïnvesteerd.
Zoals op het Afrikaanse continent, dat een derde van de wereldwijde reserves heeft. De Democratische Republiek Congo produceert tussen 70 en 80% van het wereldwijde aanbod van kobalt, en China bezit 72% van de kobalt- en kopermijnen daar. Door miljardeninvesteringen in infrastructuur onder het Chinese ‘Belt and Road’ initiatief worden de grondstoffen vervolgens verscheept naar China voor verwerking.
Ook de Verenigde Staten mengt zich steeds meer. Om Chinese invloed te beperken onderhandelt het met Congo voor toegang tot mineralen in ruil voor miljardeninvesteringen. Maar ook in Europa is de VS actief. Zo wil Trump Groenland desnoods ‘kopen’ en sluit hij militair ingrijpen niet uit. Groenland heeft een van de grootste voorraden van zeldzame aardmetalen en andere grondstoffen. En in mei sloten de VS een grondstoffendeal met Oekraïne, met gezamenlijke investeringen in ruil voor een deel van de toekomstige winst en bevoorrechte toegang. In 2023 schatte Forbes dat Oekraïne voor bijna 15 biljoen dollar aan grondstoffen heeft.
EU gooit er een wet tegenaan
Ook Europa doet mee aan de wedloop. Na COVID, de Russische oorlog in Oekraïne, Trump en ander geopolitiek geweld, beseft de EU steeds meer dat het minder afhankelijk en meer zelfvoorzienend moet worden. Zeker in strategische sectoren.
Om afhankelijkheden te verminderen en meer grondstoffen zelf te winnen en te verwerken trad de Europese ‘Verordening kritieke grondstoffen’ vorig jaar in werking. Deze duidde 34 grondstoffen aan als kritiek.
Nu heeft de EU aan strategieën en woorden geen gebrek. Open een Europese wet zoals de Chips Act of Net-Zero Industry Act, en u zult zien dat deze doelen, streefcijfers en beloftes bevat die vervolgens maar beperkt worden behaald.
Ook de grondstoffenwet heeft doelen en streefcijfers. Voor 2030:
- 10% van de jaarlijkse vraag naar grondstoffen moet binnen de EU worden gewonnen;
- 40% van de jaarlijkse vraag moet binnen de EU worden verwerkt;
- 15% van de jaarlijkse vraag moet herwonnen worden door recycling binnen de EU;
- voor niet meer dan 65% van de jaarlijkse consumptie van elk materiaal afhankelijk zijn van één land buiten de EU.
Om deze doelen te bereiken wil de EU ten eerste meer mijnen in de EU openen en meer grondstoffen binnen Europa verwerken. Daarom presenteerde het in maart 47 strategische projecten in 13 lidstaten. Zo moet er meer lithium worden gehaald uit Portugal en Spanje, die grote reserves hebben. Met lithium uit Portugal kan de EU bijna haar hele vraag tot 2050 veilig stellen. En de Europese Investeringsbank kondigde in maart €2 miljard aan investeringen voor grondstofprojecten aan.
Maar deze investeringen komen te laat. Het duurt gemiddeld tien tot vijftien jaar om een nieuwe mijn op te starten, terwijl de wereldwijde vraag dan meer dan verdrievoudigd zal zijn. Vandaag is in Europa slechts één lithiummijn in werking. En tegen nieuwe mijnen komen bewoners in heel Europa in opstand, vooral vanwege vervuiling. Zo werden plannen voor een nieuwe mijn in Portugal en Servië stilgelegd. Mijnen leiden tot “not in my backyard”: mensen erkennen het belang, maar willen het niet in hun eigen omgeving.
Op het vlak van recycling kan Europa nog stappen zetten. Elk elektrisch voertuig, zonnepaneel of drone die Europa produceert en importeert bevat een grondstof die hergebruikt kan worden. Van kobalt en nikkel kan zelfs 95% teruggewonnen worden. Volgens schattingen kan de EU zo 40 tot 75% van zijn vraag naar bepaalde metalen uit recycling halen. Momenteel recyclet Europa bijna geen lithium en zeldzame aarden.
EU moet internationaal stappen zetten
Toch zal Europa vooral buiten de EU aan de slag moeten. Sommige grondstoffen hebben we hier niet en mijnen openen duurt te lang. De afgelopen jaren heeft de EU dan ook 13 ‘strategische partnerschappen’ gesloten met landen buiten de EU. De EU belooft hierbij steun voor onder andere infrastructuur. Maar met ‘dialogen’, ‘roadmaps’ en ‘frameworks’, blijft het te vaag wat de EU concreet terugkrijgt.
De 13 strategische projecten buiten de EU die de Europese Commissie gisteren presenteerde zijn concreter. Zo gaat de EU samenwerken met het Verenigd Koninkrijk om wolfraam te mijnen en met Oekraïne voor grafiet.
Toch laat de EU in Europa nog veel kansen liggen. Het sloot weliswaar al in 2021 een partnerschap met Oekraïne, maar de Amerikaanse deal met Oekraïne is grootschaliger en geeft Amerikaanse bedrijven prioriteit. Dat terwijl Oekraïne 25 van de 34 grondstoffen heeft die de EU als kritiek beschouwt, alsook de grootste voorraad titanium wereldwijd en 20% van het grafiet. Het grenst nota bene aan de EU.
Hetzelfde geldt voor Groenland. Ook daar investeert de EU in een project en opende het vorig jaar een speciaal kantoor. Maar een Groenlandse minister riep vorige week Europese investeerders op om haast te maken met investeringen in de mijnbouw. Als investeringen uitblijven, zou Groenland zich tot China wenden.
Buiten Europa beknot de EU zich dan weer met eigen regels en normen. Zo zijn Europese investeerders minder competitief voor Afrikaanse mijnen, vanwege de strenge Europese duurzaamheidsregels die tot vertraging leiden. Voor Afrikaanse landen zijn werkgelegenheid, infrastructuur en industrialisering belangrijker. China en de Golfstaten stellen minder strikte eisen en zijn daarmee aantrekkelijkere investeerders. Europa is “too clean to compete”.
Zo dreigt een Catch-22 situatie. De EU heeft grondstoffen nodig voor de groene transitie, maar haar eigen duurzaamheidsnormen werken de EU tegen om meer grondstoffen te verkrijgen. Het gevolg is dat Europa nog afhankelijker wordt van andere landen voor grondstoffen en de technologie die ermee gemaakt wordt.
Als Europa die afhankelijkheid wil tegengaan, dan handelt het beter realistischer. Met haar Global Gateway initiatief kan de EU tot €300 miljard investeren in infrastructuur buiten Europa. Als Europa echt wil meespelen in deze wereldwijde wedloop, moet het niet starten met een blok aan het been.
Om op Kolonisten van Catan terug te komen, het wordt moeilijk om te winnen als je jezelf meer beperkingen oplegt dan je concurrentie. Want als je wil bouwen, heb je eerst grondstoffen nodig. Wie ze niet heeft, zal uiteindelijk verliezen. Ik hoor de computerstem nog zeggen op Starcraft II: “not enough minerals”.